Fraude in de wetenschap
Zijn nuchtere boek over het wetenschappelijk bedrijf gaf professor Ari Rip in 1978 de passende titel “wetenschap als mensenwerk” mee. Zo is het maar net, wetenschappers zijn gewone mensen. Ook al is hun vak wat apart, en stelt dat hoge eisen. Als het goed is hebben wetenschappers veel zelfkritiek. Maar ze hebben zeker ook hun zwakheden. Angst voor de carrière, afgunst, hebzucht, arrogantie, gemakzucht, het ligt allemaal op de loer. Het is achteraf verbazingwekkend dat Arie Rip het in zijn boek het nauwelijks over fraude had. Want dat komt zeker voor. Soms zelfs buitensporig, zoals in twee grote affaires in Nederland. Maar misschien toch wel steeds vaker op kleinere schaal. De huidige druk om je staande te houden in de wetenschap is enorm, je moet veel en vooral toppublicaties scoren, veel geld binnen halen en goede kontakten aanknopen. Er zijn maar weinig promotiekansen en vaste banen, de competitie is hevig. En dan is er commerciële druk, ook vanuit fake tijdschriften en conferenties. Het is de kritische insteek waarmee het wetenschapsveld zich uiteindelijk redt, vasthoudend aan normen van integriteit en onderlinge toetsing.
April 1990 opende een uitzending van het 8 uur journaal met het opzienbarende dat twee Nederlandse onderzoekers nog het volgende jaar een eind een eind zouden maken aan de tot dan dodelijke ziekte Aids. De Eindhovense hoogleraar Buck presenteerde samen met zijn Amsterdamse collega Goudzwaard een methode om door veranderingen in de erfelijke code AIDS te kunnen remmen. Vooral Buck kreeg korte tijd een heldenstatus. Tot hun artikel in het vermaarde tijdschrift Science moest worden gerectificeerd. Collega’s vonden uit dat de gemelde resultaten niet konden kloppen. Hun conclusie was dat er te weinig controle experimenten waren gedaan. Einde nationale trots, de affaire Buck was geboren. Internationaal beroemd werd Nederland door het schandaal rond de gevierde hoogleraar sociale psychologie Diederik Stapel. Zijn eigen studenten kregen argwaan. Uiteindelijk bleek hij bij checks door de universiteiten van Amsterdam, Groningen en Tilburg onderzoekgegevens zelf verzonnen te hebben.
Hij zorgde op grote schaal voor onderzoeksresultaten, onder andere op scholen, die hij nooit bezocht had. Hij vulde persoonlijk de tabellen in met antwoorden op de onderzoeksvragen. Meer dan de helft van al zijn publicaties, 55 artikelen en 24 hoofdstukken had hij bij elkaar gefantaseerd en moesten worden teruggetrokken. Promoties van studenten bleken op grond van valse gegevens verleend, het bedrag van frauduleuze subsidies bedroeg meer dan 1,4 miljoen euro. In 2011 leverde hij zelf zijn doctorstitel in. In een strafproces kwam hij er uiteindelijk met een taakstraf van 120 uur van af. Buitenlandse kranten volgden de affaire met verbijstering, de New York Times noemde Stapel de grootse oplichter in de wetenschap.
De politica Ien Dales zei ooit “een beetje integer kan niet”, en als dat ergens geldt dan is het wel in de wetenschap. Men kan rustig stellen dat het geval Stapel in omvang en ernst van de fraude uitzonderlijk is. Het verzinnen en dan gebruiken van gegevens heeft niets met wetenschap te maken. Maar natuurlijk is het ook niet integer om bestaande gegevens wat aan te passen, of een deel (dat niet past) weg te laten. De fraudelijst is veel langer. Het door laten gaan van het werk van anderen als je eigen, oftewel plagiaat; het in een auteurslijst onvermeld laten van bijdragen van anderen; of het omgekeerde, je onterecht voordoen als medeauteur; bewust verkeerde analyses en statistiek los laten op resultaten; onzorgvuldigheden in onderzoek of rapportage; en tenslotte, het toelaten van wangedrag van medeonderzoekers. Het moet gezegd, haast alle genoemde voorbeelden van fraude komen niet onbekend voor.
Het geval Stapel maakte pijnlijk duidelijk dat de bestaande controlemechanismen niet voldoende waren. Niet het peerreview, het vooraf laten beoordelen van publicaties en onderzoekaanvragen door onbevangen collega’s, en ook niet het drievoudig beoordelen van proefschriften door de promotor, een lees en een promotiecommissie. De journalist Frank van Kolfschooten, die veel gevallen van wetenschapsfraude onderzocht, beschreef wat er inmiddels in de academische wereld gebeurd is. En we kunnen wel stellen, dat is mede dankzij zijn publicaties. Bij een promotietraject moet er een tweede promotor zijn en bij de uiteindelijke beoordeling van de dissertatie wordt er scherper op de onafhankelijkheid van de beoordelaars gelet. Er zijn codes voor wetenschappelijke integriteit ingesteld, elke universiteit heeft inmiddels een integriteitcommissie en er is een Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit. En heel belangrijk, er worden nadrukkelijke eisen gesteld aan de opslag en toegankelijkheid van onderzoeksgegevens. Bij elke promotieplechtigheid verklaart de jonge doctor zich te zullen houden aan de Nederlandse gedragscode wetenschapsbeoefening. Is dat voldoende? Het blijft mensenwerk. In dit geval gaat het wel om heel kritische mensen, die weten wat er op het spel staat. De beste garantie is uiteindelijk dat wetenschappelijk onderzoek altijd ook een toetssteen van voorafgaande werk inhoudt. Zoals de Romeinen al zeiden, herhaling is de moeder van de wetenschap.
Vijf tips over wetenschappelijke integriteit
1) Ga na wat de kwaliteit is van de wetenschappelijke informatie die u onder ogen komt. Journalisten (laat staan politici) geven lang niet altijd hun bronnen aan. Raadplegen van Wikipedia geeft geen garanties, maar bij veel artikelen zijn in elk geval vaak wel bronnen. Een goed startpunt
2) Wetenschappelijke tijdschriften moeten zich tegenwoordig verantwoorden over hoe hun beoordelingsprocedures zijn. Auteurs van wetenschappelijke artikelen kunnen altijd worden aangeschreven.
3) Wie (gegronde) twijfels heeft over wetenschappelijk onderzoek kan terecht bij de integriteitscommissie van de instelling waar het onderzoek gedaan is.
4) In hoger beroep kan men terecht bij het LOWI (Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit)
5) Voor een goed overzicht over de Nederlandse situatie, zie de boeken “valse vooruitgang” en “ontspoorde wetenschap” van Frank van Kolfschooten.
Blijf op de hoogte!
Wil je meer weten over de geheimen achter ons biologie en andere fascinerende natuur- en wetenschaps onderwerpen? Abonneer je dan op onze podcast en Substack via mennoenerwin.nl, en mis geen aflevering meer. Direct naar de podcast ? Link naar de podcast
Woensdag → nieuwe podcast online die overal te beluisteren is op alle podcast spelers maar ook op substack.
Zaterdag een nieuwsbrief NL met een uitgebreider verhaal over het onderwerp van deze week met 5 tips over het onderwerp in het nederlands
Zondag een engelse nieuwsbrief ENG over het onderwerp van de week.
Je kan zelf kiezen wat je in de mailbox krijgt nederlands engels of alleen de podcast ga naar je settings van substack en zet daar uit wat je niet meer wil ontvangen. Je kan ook alles uitzetten en toch lid blijven van onze substack en dat je dus geen mails meer krijgt.




